Het debuutalbum van één van de bekendste supergroepen kwam uit in november 1970. De groep had nog nooit live opgetreden en ook een producent was ver te zoeken. Uit noodzaak nam Greg Lake nam deze taak op zich. Het album bereikte nergens de 1 plek in de hitlijsten maar zorgde wel voor bekendheid door het nummer “Lucky Man”.
De supergroep ontstond toen de bands The Nice en King Crimson tegelijk geboekt waren voor een serie concerten in San Francisco. Keith Emerson wilde graag een nieuwe band en Greg Lake wilde graag weg bij King Crimson. Tijdens een van de vele soundchecks speelden de heren voor het eerst samen en was voor beiden duidelijk dat er meer in zat dan alleen deze soundcheck. Na lang zoeken en op aanraden van de manager werd Carl Palmer van Atomic Rooster aangetrokken als drummer. Carl Palmer was in het begin wat terughoudend omdat Atomic Rooster nog niet lang bezig was en van de grond aan het komen was, maar uiteindelijk koos hij voor de uitdaging.
Als je naar de muziek van de band luistert hoor je duidelijke klassieke invloeden. Deze zijn te danken aan de klassiek geschoolde Keith Emerson, die zijn toesten tijdens liveshows niet alleen met zijn vingers, maar ook met messen en zijn voeten te lijf ging. Maar klassiek geschoold zijn is niks vreemds voor een Progressieve Rock groep. Met hun zijn er velen die wel een klassiek geschoolde muzikant in hun midden hebben. Progressieve Rock groepen 
maken ook vaak uitstapjes naar andere genres, of laten zich op zijn minst beïnvloeden. “The Barbarian” is bij vlagen agressief en heeft invloeden van Hard Rock. “Lucky Man”, dat geschreven werd door een 12-jarige Greg Lake, en opgenomen met geïmproviseerde arrangementen. Het is ook één van de eerste nummers met een Moog synthesizer solo.